Terpentoren

Locatie

Wijnaldum

Opdrachtgever

Landschapsbeheer Friesland

Datum ontwerp

Juni 2016

In samenwerking met

Betha architecten & Smart Constructions

Het dorp Wijnaldum bestond vroeger uit zes terpen die naast elkaar liggen op een kwelderwal. Deze wal is nog goed te zien in het landschap. Vanuit het centrum kun je een korte wandeling maken langs deze terpen. De wandeling start midden in het dorp, bij het archeologisch centrum en voert oostwaarts het dorp uit. Langs de Ried, een vaart, loop je langs de terpen waarna je via weilanden en akkers Wijnaldum weer in loopt. Zonder dat je het weet loop je als wandelaar door een landschap vol verhalen. Een geschiedenis die begint in de Romeinse tijd en eindigt in het hier en nu. Met het project Terpen- en Wierdenland: een verhaal in ontwikkeling is getracht deze geschiedenis zichtbaar te maken. Met als doel om aan de hand van archeologische en historische gegevens, aanpassingen te doen die de leefbaarheid in het dorp vergroten en het aanzien ervan verbeteren.

Het projectteam Terpen- en Wierdenland was voortvarend begonnen met het werven van betrokken dorpsbewoners. Zij kwamen al snel met een lange lijst hoe ze de leefbaarheid in het dorp zouden kunnen vergroten. Maar wat bleek, voor de één was leefbaarheid meer parkeerplaatsen en voor de ander was dit nieuwe lantaarnpalen. Maar geen van de voorstellen voldeed aan de criteria: het verleden te gebruiken om het heden vorm te geven. Zelf komt de werkgroep er niet goed uit. Ze vragen daarom om deskundigheid.

Om alle reeds bestaande ideeën weer te kunnen loslaten, zijn we begonnen met de bewoners mee te nemen op reis door hun eigen landschap en geschiedenis. Wat voor de bewoners vanzelfsprekend is, is voor een argeloze voorbijganger minder zichtbaar. Wat zouden de bewoners die voorbijganger willen vertellen? Waar zijn ze trots op? Al gauw kwam de wandeling ter sprake. Een wandeling waarvan de route niet echt duidelijk is en de beleving van de terpen evenmin. Tezamen met de bewoners is daarom gezocht hoe deze wandeling kon worden opgewaardeerd. Al gauw kwam de wens voor een uitzichtpunt met een reliëfmaquette bovendrijven. Twee middelen om het verhaal van de terpen te kunnen vertellen.

Bij één van de terpen, de terp Tjitsma, is rond 1960 een gouden mantelspeld (fibula) gevonden. Deze bijzonder grote mantelspeld is zeer zeldzaam, omdat het versierd is met meer dan driehonderd stukjes rood granaat of almandijn (een halfedelsteen). Het sieraad is waarschijnlijk gedragen door een vrouw en is zo bijzonder dat veel mensen denken dat zoiets alleen in koninklijk bezit geweest kan zijn of gedragen door een heidense priesteres. Hoewel er nog steeds nieuwe inzichten komen, wordt het geheim van de mantelspeld waarschijnlijk nooit helemaal ontrafeld. Vooral omdat de terpen in de loop van de tijd omgeploegd en ontgraven zijn en als vruchtbare grond verkocht werden.

Deze bijzondere mantelspeld kan een aanwijzing zijn dat Wijnaldum rond de zevende eeuw veel rijkdom en invloed kende. De zevende eeuw is een bijzondere tijd in de Friese geschiedenis. Het is de tijd van de Friese koning Radbod en de strijd tegen de Franken. Een strijd tussen de Friezen met hun heidense goden en de Franken met hun christendom. Van het voorchristelijk Friesland is uiteindelijk bijna geen spoor overgebleven. Wat er nog te vinden is, bevindt zich vaak diep in de grond van de terp. Maar dit alles heeft wel als inspiratie gediend voor het ontwerp van de toren.

Allereerst verwijst de hoogte van de toren naar de oorspronkelijke hoogte van de terp. Het idee dat de geschiedenis zich onder de grond bevindt is vertaald door een opening te maken in de trap, waardoor er een soort formele poort naar het ondergrondse ontstaat. De ingang en uitgang naar dit ondergrondse zijn zo gesitueerd dat de zon er op de kortste dag op komt en op de langste dag ondergaat. Dit is een knipoog naar het heidendom waarin de verering van de zon een prominentere plaats had.